top of page
Iraanse Kachi

Kachi is een heerlijk en voedzaam Iraans toetje. Oorspronkelijk maakten oma’s het voor hun dochters nadat ze bevallen waren.

 

In Iran gelooft men in de helende en verkwikkende krachten van dit recept. Op verschillende plekken in Iran heeft men een eigen variatie, maar de ingrediënten komen grotendeels overeen en saffraan is het belangrijkste bestanddeel.

 

Dit recept is van Golriz, de vriendin van Amir. 
Voor 4 personen. 

​

​

Ingrediënten​

  • ​

Bereidingswijze

Rooster de bloem en boter in een pan op een middelhoog vuur tot het een ivoorachtige glans krijgt. Kook intussen in een andere pan het water en voeg de suiker toe. Laat de suiker volledig oplossen (in Iran noemt men deze oplossing ‘sherbet’).

​

Maak de saffraan in een vijzel fijn. Voeg een half kopje warm water toe aan de saffraan. Laat dit een paar minuutjes trekken zodat de geur, kleur en smaak vrijkomen.

​

Voeg de saffraanoplossing en het rozenwater toe aan de sherbet (het water met de opgeloste suiker) en roer door. Voeg het geheel vervolgens al roerend toe aan het ivoorkleurige mengsel van boter en bloem totdat je een glad mengsel hebt (zorg ervoor dat er geen bolletjes met bloem in je mengsel zitten). Voeg de kaneel toe.

 

Laat het mengsel vervolgens op laag vuur pruttelen totdat je een olie-laagje op je Kachi ziet ontstaan. Dien de Kachi warm op. De Kachi hoort goed vloeibaar te zijn; als ze te dik is kun je wat extra water toevoegen.

 

In Iran wordt het gerecht vaak prachtig opgemaakt met pistache, amandelen, rozenblaadjes of sesamzaadjes.
 

bottom of page